Basisstof 3 : Beenverbindingen.
Doelstelling 5.
Je moet vier manieren kunnen onderscheiden waarop beenderen met elkaar verbonden kunnenzijn. • Vergroeid: twee of meer beenderen zijn tot één geheel geworden. – Hierbij is geen beweging mogelijk. – Bijv. de wervels van het heiligbeen en van het staartbeen. • Door een naad. – Hierbij is geen beweging mogelijk. – Bijv. de schedelbeenderen. • Door kraakbeen. – Hierbij is een beetje beweging mogelijk. – Bijv. de ribben en het borstbeen, de wervels. • Door een gewricht. – Hierbij is veel beweging mogelijk. – Bijv. de vingerkootjes. Heb je het filmpje gekeken en heb je het infoblok gelezen? Dan kun je nu op de onderstaande link klikken, en opdrachten 5.1 t/m 5.4 maken.
|
Opdracht 19
Heb je alles goed bestudeerd? dan kun je nu het digi-werkblad invullen. Als je op inleveren drukt, worden de antwoorden naar je docent gestuurd. |
Heb je een vraag? stel hem op het forum
|
Heb je alles begrepen? Dan kun je doorgaan met de volgende Basisstof
|