Basisstof 3: Verbranding in je lichaam
Je moet de verbranding in je lichaam kunnen beschrijven.
• Verbranding in je lichaam: – Verbranding vindt plaats in elke cel. – Verbranding vindt voortdurend plaats, dag en nacht. – De energie die vrijkomt, wordt o.a. gebruikt voor het maken van bewegingen en voor het handhaven van je lichaamstemperatuur. Je moet kunnen beschrijven welke veranderingen in je lichaam plaatsvinden bij lichamelijke inspanning. • De hoeveelheid energie die je nodig hebt, is onder andere afhankelijk van je lichamelijke inspanning. – De energie die je nodig hebt, komt vrij bij de verbranding. • Hoe groter de lichamelijke inspanning, des te meer verbranding vindt er plaats in de cellen. – De cellen hebben meer brandstof en zuurstof nodig. – De ademhaling gaat sneller: er wordt meer zuurstof opgenomen – Het hart klopt sneller: er worden meer brandstof en zuurstof naar de cellen toegevoerd en er worden meer verbrandingsproducten van de cellen afgevoerd. – Er komt meer warmte vrij. |